🌱 1. Maaimoment en snijlengte

  • Maaien bij optimaal stadium: aarvorming nog niet begonnen, ruw eiwit 16–18%.

  • Drogestofgehalte: ideaal 35–45% DS.

  • Snijlengte: 3–5 cm; bij droger gras iets korter voor betere verdichting.


🌦️ 2. Verwachting van het weer

  • Vermijd regen tijdens het voordrogen.

  • Snel en droog winnen = betere voederwaarde en minder verliezen.


🌿 3. Snel inkuilen

  • Tijd tussen maaien en inkuilen beperken.

  • Hoe sneller er luchtdicht wordt gewerkt, hoe beter het conserveringsproces.


🚜 4. Verdichten, verdichten, verdichten

  • Goede verdichting is cruciaal om zuurstof te verdringen → voorkomt broei.

  • Laagjes van max. 15–20 cm.

  • Zware trekker gebruiken bij het aanrijden.


🧪 5. Gebruik van kuiltoevoegmiddelen

  • Afhankelijk van DS-gehalte en voederkwaliteit:

    • Melkzuurbacteriën voor betere conservering.

    • Enzymen voor hogere benutting.

    • Zout / zuren bij risicokuilen (natter of juist te droog).


🧰 6. Luchtdicht afsluiten

  • Zuurstof = vijand van goede kuil.

  • Strak afdekken met plastic → grondfolie + topfolie aanbevolen.

  • Zwaardere afdekking (grond, zandzakken / banden) om kieren te voorkomen.


🌡️ 7. Controle na inkuilen

  • Let op broei (warme plekken).

  • Eventuele openingen direct herstellen.

  • Randen goed controleren.


🐄 8. Tijdens het uitkuilen

  • Een strak snijvlak houden.

  • Niet te grote voersnelheid: minimaal 1–1,5 m/week eraf.

  • Voorkom warm worden in de voergang.